Ga naar hoofdinhoud

VAR wordt vervangen door modelovereenkomsten

De laatste ontwikkelingen op het gebied van de vervanging van de “Verklaring arbeidsrelatie” is dat deze niet gaat worden vervangen door de “Beschikking geen loonheffingen” maar door een systeem van modelovereenkomsten.

Beschikking geen loonheffing

De VAR zou vervangen gaan worden door de Beschikking geen loonheffing. Hiertegen is evenwel zowel door de Tweede Kamer als door partijen in het veld zoveel commentaar gekomen dat dit het niet gaat worden. Mede op basis van, zoals het kabinet dit ook noemt “constructieve meedenken” van een veelheid van partijen, heeft dit de mogelijkheid voor het kabinet gecreëerd om te komen met een alternatief. Aan dit alternatief is door het kabinet samen met verschillende organisaties (onder andere VNO-NCW, ZZP-organisaties en vakbonden) gewerkt. Dit schrijft Staatssecretaris Wiebes in een brief van 20 april 2015 aan de Tweede Kamer.

Volgens deze brief worden met dit alternatief kort samengevat:

  • ZZP’ers niet onnodig belast met papierwerk;
  • de administratieve lasten en de uitvoeringskosten verlaagd;
  • de voorwaarden voor het werken buiten dienstbetrekking helderder voor zowel opdrachtgever én opdrachtnemer;
  • opdrachtnemer en –gever niet beperkt in hun keuzevrijheden.

Systeem van voorbeeld overeenkomsten

De idee is dat een nieuw systeem van overeenkomsten tussen opdrachtgever en opdrachtnemer de VAR gaat vervangen. Deze overeenkomsten bieden zekerheid vooraf over de gevolgen voor de loonheffing. Kort samengevat houdt dit nieuw systeem het volgende in:

  • Opdrachtgever en opdrachtnemer zijn straks samen verantwoordelijk voor (het beoordelen van) de arbeidsrelatie en eventuele aanspraken achteraf. Bijvoorbeeld wanneer de Belastingdienst een dienstverband constateert.
  • Er komen modelovereenkomsten per sector. Deze modelovereenkomsten publiceert de Belastingdienst straks op haar eigen website. ZZP’ers en bedrijven kunnen dan deze contracten downloaden, invullen en gebruiken. Papier is geduldig, voor het genieten van de zekerheid is wel voorwaarde dat er ook conform deze overeenkomsten wordt gewerkt.
  • Een opdrachtgever mag ook voor alle opdrachtnemers tegelijk een eigen overeenkomst opstellen voor soortgelijk werk. Na goedkeuring door de Belastingdienst is ook dit contract opnieuw te gebruiken. (de individuele variant)

De Staatssecretaris geeft aan rond oktober van dit jaar zo’n 40 modelovereenkomsten beschikbaar te willen hebben.

Om aan voornoemde overeenkomsten te komen kunnen belangenorganisaties van opdrachtgevers of belangenorganisaties van opdrachtnemers, maar ook individuele opdrachtgevers of opdrachtnemers, overeenkomsten van opdracht voorleggen aan de Belastingdienst. De Belastingdienst geeft een oordeel over de voorgelegde overeenkomst. Deze beoordeling moet partijen zekerheid geven over de gevolgen van de overeenkomst voor de loonheffing. De overeenkomsten worden alleen beoordeelt op de elementen die van belang zijn om na te gaan of er sprake is van de plicht tot het afdragen of voldoen van loonheffingen. Als er geen verplichting is tot het afdragen of voldoen van loonheffingen, bevestigt de Belastingdienst dit schriftelijk.

Nadrukkelijk merkt de Staatssecretaris op dat de overeenkomsten niet op andere aspecten dan de gevolgen voor de loonheffingen wordt beoordeelt. Het kan voorkomen dat de Belastingdienst bij het beoordelen van een overeenkomst strijdigheid met fiscale en/of niet – fiscale wetgeving tegenkomt. De Staatssecretaris geeft aan dat de Belastingdienst in dat geval geen oordeel over de overeenkomst zal geven en de verantwoordelijke overheidsinstanties hierover zullen informeren.

Merk verder op dat ook onder dit alternatief, net als bij het oorspronkelijke voorstel van de Beschikking geen loonheffingen, er geen oordeel gegeven wordt over de fiscale kwalificatie van de inkomsten van de opdrachtnemer in de inkomstenbelasting.

Daarnaast zal de Belastingdienst ook zelf voorbeeldovereenkomsten opstellen. Deze voorbeeldovereenkomsten en door brancheorganisaties voorgelegde overeenkomsten zullen openbaar worden gemaakt. Ook voorgelegde individuele overeenkomsten zullen openbaar worden gemaakt, zodat deze door andere opdrachtgevers en opdrachtnemers kunnen worden gebruikt. Indien echter opdrachtgever en/of opdrachtnemer hier bezwaar tegen hebben, dan wordt de individuele overeenkomst niet openbaar gemaakt.

De Staatssecretaris geeft verder in zijn brief aan per sector overeenkomsten te gaan beoordelen, zodat rekening kan worden gehouden met de terminologie en afspraken die in een sector gebruikelijk zijn en met sectorale wetgeving. Hierbij wordt nadrukkelijk aangegeven dat de zekerheid die een opdrachtgever aan de beoordeling kan ontlenen uitsluitend geldt als de arbeid ook daadwerkelijk wordt verricht overeenkomstig de overeenkomst.

De beoordeling door de Belastingdienst zal schriftelijk worden vastgelegd waarbij zal worden aangegeven voor welke termijn een vrijwaring wordt gegeven. Hierbij wordt gedacht aan een termijn van vijf jaar, waarbij een voorbehoud wordt gemaakt voor als de wet- of regelgeving gedurende die vijf jaar wijzigt. Ook jurisprudentie kan aanleiding geven om een eerder beoordeelde overeenkomst in te trekken.

Hoe nu verder?

De brief van de Staatssecretaris geeft aan dat het bovenomschreven alternatief zal worden uitgewerkt in een Nota van wijziging bij het wetsvoorstel Beschikking geen loonheffingen. Ook de Raad van State en Actal (dit is een adviescollege toetsing regeldruk) moeten zich nog over dit alternatief buigen. In de tussentijd gaat de Belastingdienst al wel van start met een onderzoek naar gebruikelijke overeenkomsten. De beoogde inwerkingtreding is 1 januari 2016. De huidige VAR blijft tot die tijd bestaan.

Tenslotte

Het voordeel van het alternatief is denkelijk dat een opdrachtgever alsdan in één keer zekerheid vooraf verkrijgt voor alle ZZP’ers die hij contracteert. Nadeel is dan denkelijk dat, in het geval geconstateerd wordt dat niet overeenkomstig de goedgekeurde overeenkomst wordt gewerkt, de Belastingdienst de mogelijkheid zal hebben aan de opdrachtgever ten aanzien van alle gecontracteerde ZZP’ers een correctieverplichting of een naheffingsaanslag loonheffingen op te leggen. Gelijk ook in het oorspronkelijke wetvoorstel onduidelijk was, is op dit moment ook bij dit alternatief niet duidelijk wat de speelruimte in deze zal zijn. Dat is voor de praktijk toch nog wel een belangrijk punt.

Bron: Accountancy van Morgen

 

Back To Top