Ga naar hoofdinhoud

Eindafrekening na einde contract en studiekostenbeding

Hoe zit het na het einde van het dienstverband met de eindafrekening in verband met een studiekostenbeding? Hierover oordeelde de Rechtbank Gelderland onlangs.

De werkgever richt op het leveren, installeren en onderhouden van elektronische beveiligingssystemen. Nadat de werknemer eerst op basis van een uitzendovereenkomst werkzaam was bij de werkgever, treedt hij op 1 juni 2015 bij de onderneming in dienst op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. De arbeidsovereenkomst is per 1 december 2016 omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Nevenfuncties

In de arbeidsovereenkomst is opgenomen dat de werknemer zich gedurende de lopende dienstbetrekking voor geen andere werkgever of opdrachtgever, in dezelfde branche, mag werken en zich onthoudt van het doen van zaken voor eigen rekening. Per overtreding geldt een boete van €2500, tenzij anders door werkgever en werknemer wordt overeengekomen.

Relatiebeding

De werknemer en werkgever komen in de arbeidsovereenkomst overeen dat tijdens of na beëindiging van de dienstbetrekking binnen een tijdvak gelijk aan de contractperiode, het werken of zelf starten van een zaak, gelijksoortig of aanverwant aan die van de werkgever niet geoorloofd is.

Opleidingen

Over opleidingen is het volgende vastgelegd in de arbeidsovereenkomst:

De werknemer moet zijn medewerking verlenen aan het volgen van opleidingen en cursussen, die door de werkgever noodzakelijk worden geacht voor het goed vervullen van de functie en die voor rekening van de werkgever zullen zijn.

Examengelden worden per opleiding of cursus tot maximaal twee keer door de werkgever vergoed. Als het vereiste diploma of certificaat daarna niet is behaald worden de kosten voor examens door de werknemer zelf vergoed.

Indien werknemer na twee examens zonder positief resultaat besluit om de opleiding of cursus te beëindigen worden alle door werkgever gemaakte kosten voor 100 procent terugbetaald door de werknemer.

Indien werknemer na vijf examens (waarvan 3 voor eigen rekening) zonder positief resultaat besluit om de opleiding of cursus te beëindigen zullen alle door de werkgever gemaakte kosten voor 50 procent worden terugbetaald door de werknemer.

100 procent terugbetalen

Wanneer binnen twee jaar na het volgen van een opleiding, training of cursus, die voor rekening van de werkgever was, het dienstverband eindigt door wat voor omstandigheid ook worden alle door de werkgever gemaakte kosten en lasten voor 100 procent terugbetaald door de werknemer (opleidingskosten, reiskosten indien met een dienstauto van de werkgever gereden en eventuele verblijfskosten indien het een dagopleiding betreft en de uren binnen werktijd vallen).

Na twee jaar is dat 75 procent. Na drie jaar is dat 50 procent. Na vier jaar is dat 25 procent.

Uitzondering: indien een tijdelijk contract door de werkgever niet wordt voortgezet of bij ontslag door de werkgever vanwege financieel economische redenen.

Einde arbeidsovereenkomst

De arbeidsovereenkomst is op 30 september 2018 op initiatief van de werknemer beëindigd.

De werkgever heeft per 30 september 2018 een eindafrekening opgemaakt voor het nog aan de werknemer verschuldigde loon ten bedrage van € 3.720,11 netto.

Op 31 oktober 2018 stuurt de werkgever aan de werknemer een aparte afrekening voor terugbetaling van studiekosten ten bedrage van € 3.558,68.

De werknemer heeft op 1 november een bedrag van € 1.831,52 netto aan de werkgever voldaan.

Wat zegt de werknemer?

De werknemer vordert dat de kantonrechter de werkgever veroordeelt tot betaling van een bedrag van €2.897,78.
De werknemer legt aan zijn vordering ten grondslag dat hij tot en met 30 september 2018 in dienst is geweest van de werkgever. Per 30 september 2018 is een eindafrekening opgesteld op grond waarvan de werkgever nog een bedrag van € 3.720,11 netto aan loon verschuldigd is.
De werkgever heeft echter slechts een bedrag van € 1.831,52 netto aan de werknemer voldaan, zodat de werkgever nu nog een bedrag van € 1.888,59 netto aan hem verschuldigd is.

Wat zegt de werkgever?

De werkgever erkent dat hij een bedrag van € 1.888,59 netto aan de werknemer onbetaald heeft gelaten. Hij voert aan dat hij dit bedrag niet hoeft te betalen omdat hij dit kon verrekenen met een openstaande vordering die de werkgever heeft op de werknemer.
Deze vordering is opgebouwd uit een bedrag van €3.558,68 aan studiekosten die de werknemer op grond van het artikel over opleidingen in de arbeidsovereenkomst aan de werkgever moet terugbetalen.
Ook is de werknemer in strijd met het artikel betreffende nevenfuncties van de arbeidsovereenkomst twee ondernemingen gestart, zodat hij een boete van € 2.500 aan de werkgever moet betalen. Na verrekening is de werkgever daarom niets verschuldigd aan de werknemer, aldus de werkgever.

Wat oordeelt de rechter?

Onbetwist is dat de werkgever op grond van de opgestelde eindafrekening per 30 september 2018 een bedrag van € 3.720,11 netto aan loon verschuldigd is aan de werknemer. Vaststaat ook dat de werkgever een deel daarvan, € 1.888,59 netto, onbetaald heeft gelaten. Tussen partijen is in geschil of de werkgever ook het restant van de eindafrekening aan de werknemer moet voldoen.

Studiekostenbeding

De standpunten van partijen lopen uiteen over de rechtsgeldigheid van het studiekostenbeding. Verder verschillen zij van mening over de uitleg die aan het studiekostenbeding moet worden gegeven en de wijze van verrekening van de opleidingskosten. Tot slot is in geschil of de werknemer de boete ingevolge het artikel ten aanzien van nevenfuncties van de arbeidsovereenkomst aan de werkgever is verschuldigd.

De werkgever heeft een e-mail in het geding gebracht waaruit zou blijken dat de werknemer zelf heeft verzocht om de cursus Onderhoudsdeskundige Brand bij SOBA te volgen. De werknemer heeft niet toegelicht hoe dit zich verhoudt tot zijn verweer dat hij alle cursussen op verzoek van de werkgever heeft gevolgd en dat de kosten voor deze cursussen dan ook niet op grond van het studiekostenbeding door de werkgever op hem kunnen worden verhaald.

In de arbeidsovereenkomst is opgenomen dat als het dienstverband van de werknemer binnen twee jaar na het volgen van de opleiding eindigt, 75 procent van de kosten wordt terugbetaald door de werknemer. Na drie jaar is dit 50 procent.

Volgens de overgelegde brief van de werkgever van 31 oktober 2018, is de eerste opleiding op 11 maart 2015 door de werknemer gevolgd en de laatste op 30 mei 2017, terwijl het dienstverband op 30 september 2018 is geëindigd.

De werknemer heeft niet toegelicht op grond waarvan hij slechts gehouden zou zijn tot terugbetaling van 50 procent van alle studiekosten, terwijl een aantal opleidingen in de twee jaar voorafgaand aan de beëindiging van het dienstverband door hem zijn gevolgd.

Eigen onderneming

In de arbeidsovereenkomst is ook opgenomen dat het niet is toegestaan om in dezelfde branche als die van de werkgever werkzaam te zijn. Een van de door de man gestarte ondernemingen betreft een horecaonderneming, niet zijnde dezelfde branche als waarin de werkgever opereert.

De werknemer heeft bovendien aangevoerd dat de werkgever bij indiensttreding op de hoogte was van de eigen onderneming van de man en dat dit geen belemmering vormde om een dienstverband met hem aan te gaan. De werkgever licht in haar conclusie van antwoord ook toe dat zij van de eigen ondernemingen in eerste instantie ook geen ‘issue’ van heeft gemaakt. De werkgever heeft niet, althans onvoldoende, toegelicht hoe een en ander zich tot elkaar verhoudt.

Over de verrekening van de door de werknemer ontvangen subsidie voor de opleidingskosten overweegt de kantonrechter dat vooralsnog niet gebleken is dat partijen zijn overeengekomen dat deze subsidie in mindering strekt op een eventuele terugbetalingsverplichting van de werknemer.

Nadere toelichting

Het door de werknemer gevorderde bedrag van € 2.897,78 vergt een nadere toelichting.

De werknemer krijgt de kans krijgt om inhoudelijk op de zaak in te gaan en een conclusie te geven. De werkgever kan hierop vervolgens reageren.

Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

Uitspraak Rechtbank Gelderland, 20 mei 2020, ECLI:NL:RBGEL:2020:3846

Bron: accountancyvanmorgen.nl

Back To Top