Ga naar hoofdinhoud

Ambtenaren adviseren: belastingstelsel moet snel eenvoudiger

Het Nederlandse belastingstelsel is complex en staat juridisch onder druk. Die conclusie is vaker getrokken, maar staat nu ook in een rapport van een werkgroep van Financiën. Zij raden de politiek aan het stelsel snel te vereenvoudigen. ‘Fiscaliteit is geen wondermiddel.’ Eerder als negatief beoordeelde regelingen als de BOR zouden daarbij rap van tafel moeten.

De ambtenaren realiseren zich dat een snelle omslag een hele toer wordt. Op het punt van ICT knelt het, want de Belastingdienst maakt daarin tot 2026 een veranderslag, terwijl er nu juist grote maatschappelijke opgaven liggen waarvoor een beroep op de uitvoering wordt gedaan. ‘Werken aan de moderniseringsopgave en het implementeren van nieuwe wet- en regelgeving levert spanning op.’

Doorgeschoten

Het rapport ‘Belastingen in maatschappelijk perspectief; bouwstenen voor een beter en eenvoudiger belastingstelsel’ kent 14 hoofdboodschappen. De eerste daarvan is dat in het huidige belastingstelsel het fiscaal instrumentalisme op diverse terreinen is doorgeschoten. ‘De fiscaliteit is geen wondermiddel tegen alle kwalen en moet niet oneigenlijk ingezet worden. Fiscale instrumenten kunnen mogelijke instrumenten in de gereedschapskist zijn; andere beleidsinstrumenten, zoals het reguleren, normeren en het doen van uitgaven zijn vaak geschikter.’ Een grote hoeveelheid aan fiscale regeltjes maakt het stelsel complexer voor fiscus, burgers en bedrijven. ‘Dit terwijl het huidige stelsel, door steeds weer nieuwe aanpassingen, zonder uitvoering van groot onderhoud of het doorvoeren van echte hervormingen, voor burgers en bedrijven al niet goed doenlijk is en voor de Belastingdienst en andere partijen niet goed uitvoerbaar. Daar komt bij dat complexiteit de effectiviteit van prikkels vermindert, tot hogere (maatschappelijke) kosten leidt en juridische risico’s met zich meebrengt.’

Lees ook: Ambtenaren: niet te snel met afbouw fossiele subsidies

Daarnaast constateert de werkgroep dat het stelsel van belastingen en toeslagen het minst doenlijk is geworden voor die mensen die het stelsel het meest nodig hebben. ‘Dit leidt tot niet-gebruik van (fiscale) regelingen, onjuist gebruik van aftrekposten met correcties door de Belastingdienst in de aangiften tot gevolg en daarmee ook extra onzekerheid.’ Betere digitale processen kunnen een rol spelen om dat te verhelpen.

Minder regelingen

Klip en klaar is in elk geval dat er behoefte is aan minder fiscale regelingen. ‘Het woud aan aftrekposten, vrijstellingen en uitzonderingen voor subgroepen en subdoelen leidt tot grondslagversmalling en hogere tarieven.’ Er zijn 190 fiscale regelingen en die zorgen voor een vermindering van de belastingopbrengsten van 163 miljard euro: dat is bijna de helft van de totale opbrengsten van 400 miljard. ‘Het is belangrijk zeer terughoudend te zijn met het introduceren van nieuwe regelingen én stappen te zetten om de negatief geëvalueerde fiscale regelingen af te schaffen. Op basis van een recente evaluatie gaat het met name – maar niet alleen – om het verhogen van het lage btw-tarief – in het bijzonder op sierteeltproducten, logiesverstrekking en arbeidsintensieve diensten -, het afschaffen van een aantal ondernemingsfaciliteiten, en de versobering van het eigenwoningregime, de fiscale behandeling van pensioenen en de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Daarnaast past een aantal fiscale
regelingen, zoals fossiele subsidies, niet meer bij de actuele maatschappelijke opgaven.’ De ambtenaren doen dan ook voorstellen om die regelingen af te bouwen. Versobering van de fiscale faciliteiten vraagt ook om een geleidelijke aanpak, aldus de ambtenaren. Ze zijn met betrekking tot de BOR kritisch over de verruiming die juist nog vorig jaar is toegepast.

Meer vragen van gepensioneerden

Het voorstel is onder meer om de hoge lastendruk op arbeid te beperken door bijvoorbeeld een grotere bijdrage te vragen van gepensioneerden via fiscalisering van de AOW-premie, door de fiscale subsidie van de eigen woning verder af te bouwen en de pensioenopbouw af te toppen. Ook kan inkomen uit vermogen en vermogensoverdracht evenwichtiger worden belast. Lagere indirecte belastingen (zoals de btw en brandstofaccijns) bereiken met name de midden- en hoge inkomens. Om bestaanszekerheid te ondersteunen zou vooral moeten worden gedacht aan een hoger minimumloon en hogere uitkeringen, aldus het advies.

Laten zien dan meer werken loont

Een transparanter belastingstelsel zou voor veel werkenden ook duidelijker maken dat het wel degelijk loont om meer uren te werken. ‘Het is beter de arbeidskorting te verlagen, de arbeidskorting en algemene heffingskorting niet af te bouwen met het inkomen, maar in plaats daarvan de tariefstructuur aan te passen. Dit maakt het stelsel transparanter en eenvoudiger. Een verdergaande stap is te bewegen naar een stelsel met inkomensonafhankelijke toelagen en een groter aantal belastingtarieven, resulterend in veel meer gematigde marginale druk.’

De werkgroep wijst ook op de ongelijke fiscale behandeling van werknemers ten opzichte van IB-ondernemers en dga’s. ‘Deze verstoring uit zich onder andere in de uitzonderlijk sterke stijging van het aantal zzp‘ers waarvan een deel in juridische zin eigenlijk werknemer is. Het is beter om de activiteiten van ondernemers met positieve externe effecten, zoals investeringen, innovatie en vergroening, te stimuleren in plaats van het ‘zijn’ van een ondernemer. Ook het verlagen van de lasten op arbeid is gunstig voor ondernemers. Het gelijker belasten van alle werkenden betekent één Vpb-tarief, minder progressie bij aanmerkelijk belang, en het afschaffen van de fiscale ondernemingsfaciliteiten (met uitzondering van een beperkte mkb-winstvrijstelling).’

Afschaffen lage Vpb-tarief

In het rapport wordt verder ingegaan op het ondernemingsklimaat en concurrentievermogen, waarbij de fiscale regels internationaal gezien niet te veel uit de pas zouden moeten lopen. ‘Dat kan door fiscaal beleid te versoepelen waar Nederland relatief streng is, zoals de mate waarin rentekosten met de winst kunnen worden verrekend of kan worden afgeschreven op gebouwen, alsook bij de vormgeving van de bankbelasting. Binnen Nederland geldt dat het lage Vpb-tarief het genoemde globale evenwicht verstoort, een prikkel geeft om Vpb-plichtige lichamen of fiscale eenheden op te knippen en de groei van ondernemingen ontmoedigt. Afschaffen van het lage Vpb-tarief maakt een verlaging van het uniform Vpb-tarief mogelijk, waardoor dit uitkomt op ongeveer het EU-gemiddelde (24%).’

Vrijstelling erfbelasting

Andere suggesties zijn het gelijkstellen van de vrijstellingen voor de erfbelasting voor kinderen en
kleinkinderen, of zelfs de vrijstelling relatie-onafhankelijk maken, en het zwaarder belasten van grotere vermogensoverdrachten. ‘Bij een evenwichtige bijdrage van mensen met vermogen past ook een verlaging van het vrijstellingspercentage van de goingconcernwaarde in de bedrijfsopvolgingsregeling.’

Hybride box 3

De box 3-problematiek moet zo snel mogelijk worden opgelost, aldus het rapport. ‘Het ideale box 3-stelsel bestaat niet; het is echter belangrijk dat er spoedig een keuze wordt gemaakt.’ De ambtenaren denken aan een hybride stelsel met een combinatie van een vermogensaanwas- (voor spaargeld en aandelen) en winstbelasting (voor onroerend goed). ‘Hiermee wordt voorkomen dat mensen wel worden
aangeslagen voor de waardeontwikkeling van illiquide vermogen als vastgoed maar daarvoor niet
de middelen hebben.’

Verder zou de werkgroep graag de 30-jaarstermijn voor de hypotheekrenteaftrek zien sneuvelen (‘ingewikkeld en niet goed te controleren’), net als de bijleenregeling en de eis dat een hypotheek annuïtair moet worden afgelost. Maar die opties vergen nader onderzoek.

Bron: Accountancy Vanmorgen

Back To Top