Ga naar hoofdinhoud

Turboliquidatie, wat verandert er in 2020?

De Turboliquidatie: het middel voor veel ondernemers om van een oude of in onbruik geraakte BV af te komen. Hetzelfde gemak dat de ondernemer dient, dient in de praktijk ook helaas vaak de kwaadbedoelenden. Dat heeft de minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker in oktober 2019 in een brief aan de Tweede Kamer medegedeeld.

Hoe zit het ook al weer

Bij een normaal faillissement wordt een curator aangesteld. Hij of zij controleert onder anderen of de BV in het verleden alles wel “volgens het boekje” heeft gedaan. Is dat niet het geval, dan kan de curator achter de DGA in persoon aan om verhaal te halen. Dat is een prettige gedachte voor schuldeisers: als een curator erop heeft gezeten weet je als schuldeiser dat alles eraan is gedaan om het geld veilig te stellen.

Bij een turboliquidatie is dit niet het geval. Hier is geen curator betrokken bij de gang van zaken. En dus kan een DGA op eigen initiatief beslissen om zijn BV te ontbinden en uit te schrijven bij de KVK. Ondertussen kunnen schulden onbetaald achtergelaten worden. Daar is in principe niets mis mee en de hoogste Nederlandse rechter heeft al eens bepaald dat dit mag. Hiermee wordt een grote ontlasting van de rechtspraak en de curatoren bewerkstelligd. Maar aan deze vorm van “zelfcontrole” zit ook een keerzijde. Sommige ondernemers maken misbruik van de turboliquidatie door daarvoor eerst al het geld uit de BV weg te sluizen naar gelieerde BV’s of naar zichzelf in privé, en laten zo schuldeisers met lege handen achter.

Nieuwe wetgeving

Het probleem is niet zozeer dat de turboliquidatie oplichting en fraude in de hand werkt: een schuldeiser kan altijd nog achter een turboliquiderende schuldenaar aan, bijvoorbeeld door de ontbinding te heropenen. De minister ziet het echter als een gemiste kans om extra waarborgen te stellen aan de beëindiging, en schuldeisers meer handvatten te geven bij het najagen van eventuele claims. Het daadwerkelijke najagen zullen schuldeisers nog altijd zelf moeten doen, veelal door het inschakelen van een advocaat.

In de praktijk bleek dat schuldeisers dit te weinig deden. Een van de redenen daarvoor is dat het “plotseling verdwijnen” van een BV de schuldeisers op een tijds- en informatieachterstand zet. Veel ondernemers laten het er dan bij zitten. Om hen te helpen wordt vanaf 2020 de opheffing van een BV met een aantal waarborgen omkleed:

  • Het bestuur wordt verplicht tot het opstellen en deponeren van een slotbalans. De slotbalans heeft betrekking op het boekjaar van de turboliquidatie en moet worden gedeponeerd bij het handelsregister.
  • Daarbij moet een bestuursverklaring komen waarom baten ontbreken.
  • Indien van toepassing worden deze stukken vergezeld van een slotuitdelingslijst.
  • Het is aan het bestuur om zorg te dragen voor een algemene bekendmaking van de ontbinding.
  • Bij de bekendmaking wordt vermeld dat de slotbalans met de jaarrekening ter inzage liggen bij het handelsregister.
  • Tot slot moeten vóór de doorhaling van de rechtspersoon in het handelsregister de jaarrekeningen over alle eerdere boekjaren openbaar gemaakt zijn, tenzij daarvoor een ontheffing op basis van artikel 2:394 lid 5 BW geldt.

Dit zijn allemaal stukken die een beetje ondernemer gereed heeft, dus de opheffing moet ook met deze voorwaarden een bruikbare manier blijven voor ondernemers om orde te houden in hun structuren. Er zal echter wel extra tijd, geld en moeite bij komen kijken. Zo is bijvoorbeeld nog niet duidelijk hoe de “Algemene Bekendmaking” zal moeten geschieden. Het is waarschijnlijk dat dit met een advertentie in een landelijk blad moet, en dat is niet gratis.

Nieuw jaar, schone lei

Wanneer de nieuwe regels ingaan is nog niet precies duidelijk, maar dit zal ergens in 2020 zijn. Minister Dekker schrijft in de Kamerbrief dat hij in de loop van 2020 een voorontwerp voor wetswijziging voor consultatie gaat aanbieden.

Bron: Accountancy Vanmorgen

Back To Top