Ga naar hoofdinhoud

Teruggaaf oninbare vorderingen eenvoudiger

De regeling voor teruggaaf van btw en milieubelastingen bij oninbare vorderingen wordt eenvoudiger. Deze vereenvoudiging maakt onderdeel uit van de Fiscale Vereenvoudigingswet 2017.

Stuurt een ondernemer een factuur aan een klant? Dan moet de btw daarover direct aangeven en betaald worden. Betaalt de klant de factuur uiteindelijk niet of maar gedeeltelijk? Dan heeft de ondernemer btw betaald aan de Belastingdienst die niet ontvangen is. De btw kan de ondernemer dan terugvragen. Oninbare vorderingen ontstaan bijvoorbeeld bij een faillissement. Op dit moment kan het jaren duren voor een ondernemer recht op aftrek krijgt van de eerder afgedragen btw. Daarvoor moet namelijk eerst duidelijk zijn dat een klant de vergoeding niet of maar gedeeltelijk zal betalen. Het kan lang duren voordat die duidelijkheid er is.

In de nieuwe regeling wordt aangenomen dat een vordering oninbaar is, als de vergoeding 1 jaar na het opeisbaar worden nog niet is betaald. Wordt de vergoeding later toch nog geheel of gedeeltelijk ontvangen? Dan moet de ondernemer de belasting daarover weer op aangifte betalen. Een tweede vereenvoudiging is, dat de ondernemer de teruggaaf zelf in mindering brengt op de aangifte. De ondernemer doet dus niet meer een apart verzoek om teruggaaf. Dit geldt ook voor de vergelijkbare regeling voor de milieubelastingen (zoals energiebelasting, leidingwaterbelasting en afvalstoffenbelasting).

De nieuwe regeling geldt ook als de vordering is overgenomen door een andere ondernemer. Voor de btw moet die andere ondernemer wel nog een apart teruggaafverzoek indienen. Anders wordt in de btw de regeling voor overgedragen vorderingen te ingewikkeld.

Het kabinet wil hiermee de teruggaaf van btw en milieubelastingen voor oninbare vorderingen makkelijker maken. De regeling maakt onderdeel uit van de Fiscale Vereenvoudigingswet 2017.

Bron: Account Week

Back To Top