Ga naar hoofdinhoud

‘Tegemoetkoming ondernemers die bij NOW buiten de boot vallen deels niet mogelijk’

De problematiek rondom aanvragers van de NOW waarbij de omzet of loonsom niet meer representatief is is deels opgelost, meldt minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op Kamervragen van PvdA’ers Nijboer, Van Dijk en Moorlag. In sommige gevallen ziet Koolmees echter geen mogelijkheid om buiten de boot vallende ondernemers tegemoet te komen.

Oplossing voor recent gestarte ondernemingen en overnames

‘Ik ben op de hoogte van de problematiek rondom aanvragers die recent zijn gestart of een andere onderneming hebben overgenomen dan wel door een verandering van rechtsvorm een nieuw loonheffingennummer hebben gekregen, waardoor de achterliggende omzet en/of loonsom van een onderneming die NOW-subsidie aanvraagt niet meer representatief is’, meldt de minister. ‘Voor recent gestarte ondernemingen en ondernemingen die recent een overname hebben gedaan geldt dat de NOW (inmiddels) voorziet in alternatieve rekenmethoden waardoor ondernemingen die hiermee te maken hebben tegemoet gekomen worden.’

Wijzigingen loonheffingennummer

Op de vraag of het klopt dat wijzigingen van het loonheffingennummer ertoe leiden dat sommige bedrijven geen aanspraak kunnen maken op de NOW-regeling terwijl zij wel aan de voorwaarden voldoen antwoord de minister bevestigend:

‘Indien het loonheffingennummer van een onderneming is gewijzigd, zal de loonsom behorend bij dit nummer mogelijk niet representatief zijn voor de daadwerkelijke loonsom van de onderneming. Als een onderneming – die voor het overige aan alle voorwaarden voldoet – bijvoorbeeld in januari geen loonsom heeft, doordat hij in februari een nieuw loonheffingennummer heeft ontvangen, bestaat er in beginsel geen recht op tegemoetkoming op grond van de NOW omdat er geen relevante loonsom is om subsidie over te verstrekken. Het wijzigen van een loonheffingennummer kan op die manier flinke gevolgen hebben voor een betrokken onderneming. Dit is een gevolg van het feit dat de NOW een robuust karakter heeft en is gericht op zoveel mogelijk snelheid en eenvoud in de uitvoering om zoveel mogelijk werkgevers, zo snel mogelijk te ondersteunen. Inherent aan deze uitgangspunten is dat dit soms betekent dat niet in alle gevallen precies aangesloten kan worden bij de daadwerkelijke situatie van een onderneming. Tegelijkertijd hecht ik eraan nogmaals te onderstrepen wat ik uw Kamer eerder bij brief van 20 mei meldde: wanneer aanvragen bij UWV uitvallen in de reguliere processen worden deze in de uitvoering zodanig beoordeeld en behandeld dat in zoveel mogelijk gevallen recht wordt gedaan aan het doel van de NOW. Dat geldt ook voor aanvragen waarin een recent ontvangen nieuw loonheffingennummer voorkomt dat recht ontstaat op NOW.’

Dat in sommige gevallen de loonsom niet representatief is doordat recent een nieuw loonheffingennummer is ontvangen kan ook niet in de tweede NOW ondervangen worden met een algemene regel, schrijft de minister.

Geen hele maand omzet

Ook de problematiek omtrent ondernemers die voor maart nog geen hele maand omzet hebben gedraaid en nu geen aanspraak kunnen maken op de NOW is bekend, schrijft Koolmees. ‘Dit is een gevolg van het feit dat er voor de NOW relevante omzetperiode nog minimaal een maand beschikbaar moet zijn die kan dienen als referentiemaand. Voor ondernemers die vanaf 2 februari gestart zijn met hun onderneming geldt dan ook dat die referentiemaand niet voorhanden is. […] Helaas is, ook vanwege de vereisten om hier een robuuste en eenvoudige regeling te maken om zeer grote aantallen aanvragen en vaststellingen te kunnen verwerken, niet mogelijk om aan alle problematiek tegemoet te komen. Het oprekken van de omzetperiode van recent gestarte ondernemingen naar maart 2020 zou ertoe leiden dat andere bedrijven, die naar verwachting per half maart geraakt zijn door de crisis, er (mogelijk fors) op achteruit gaan als zij maart moeten meetellen in hun referentieomzet. Dit verlaagt namelijk de referentieomzet, waardoor de omzetdaling beperkter wordt, en de tegemoetkoming lager. Ik heb, alles afwegende, besloten hier dus niet in te voorzien. Ik realiseer mij dat dit teleurstellend is voor die groep bedrijven.’

Bron: Accountancy Vanmorgen

Back To Top