Ga naar hoofdinhoud

Rijden zonder bijtelling mogelijk tegen strenge voorwaarden

Een nieuw (fiscaal) jaar ligt voor ons. Voor een aantal leaserijders een jaar waarin zij alleen nog zakelijk gebruik zullen gaan maken van een auto van de zaak.

Afhankelijk van het type auto moet een leaserijder over 4 of 22 procent (bijtellingspercentages 2017) loonheffingen betalen tegen het progressieve belastingtarief (maximaal 52 procent). Als er echter aan een aantal regels is voldaan, komt deze belasting­heffing te vervallen.

Hoe dat kan? Allereerst moet per DigiD een ”verklaring geen privégebruik” aangevraagd worden bij de Belastingdienst. Het privégebruik mag vervolgens maximaal 500 kilometer zijn en heeft betrekking op ten minste één heel kalenderjaar. Het is dus niet mogelijk om het kalenderjaar op te splitsen in een privé- en een zakelijk gedeelte.

Wanneer bijvoorbeeld gedurende 2017 wordt besloten om de auto weer voor privégebruik aan te merken, dan wordt alsnog over het gehele jaar 2017 een bijtelling berekend. De bijtelling kan overigens niet met terugwerkende kracht achterwege worden gelaten. Voor degenen die niet voor 
1 januari 2017 een ”verklaring geen privégebruik” hebben aangevraagd bij de Belastingdienst is er dus helaas pas volgend jaar weer een mogelijkheid.

Ten tweede is het belangrijk dat er per autorit een sluitende ritten­administratie wordt bijgehouden waaruit blijkt dat er maximaal 500 kilometer privé wordt gereden. Hiervoor zijn diverse administratie­systemen beschikbaar. De Belastingdienst hanteert een Keurmerk Rit­RegistratieSystemen. Als een leaserijder gebruikmaakt van een systeem met dit keurmerk gaat de Belastingdienst er in beginsel van uit dat de administratie sluitend is. Het is echter ook mogelijk om de administratie zelf bij te houden. Die moet dan ten minste de volgende gegevens bevatten:

– merk, type en kenteken van de auto;

– periode van terbeschikking­stelling van de auto;

– per rit de datum, beginstand en eindstand van de kilometer­teller, het begin- en eindadres, de gereden route indien deze afwijkt van de meest gebruikelijke, en het karakter van de rit.

De bewijslast om aan te tonen dat de 500 kilometergrens niet is overschreden, ligt bij de gebruiker van de auto. De Belastingdienst kan na afloop van het boekjaar met vijf jaar terug­werkende kracht de juistheid en volledigheid van de rittenadministratie controleren door het opvragen van kantooragenda’s, garagenota’s en andere stukken waarmee hij een geregistreerde rit moet kunnen verifiëren.

Het is dus van groot belang om de administratie minimaal vijf jaar goed te bewaren. Helaas komt het in de praktijk nogal eens voor dat de rittenadministratie onvolledig blijkt te zijn. In de fiscale rechtspraak zijn veel (verwoede) pogingen terug te vinden waarbij een leaserijder op basis van geschatte afstanden de gereden afstanden probeert te benaderen. De rechter heeft bepaald dat de Belastingdienst niet akkoord hoeft te gaan met een dergelijke onderbouwing.

Als de Belastingdienst uiteindelijk zou oordelen dat de bijtelling in verband met het privégebruik (deels) ten onrechte niet heeft plaatsgevonden, kan er een boete opgelegd worden tussen de 40 en de 100 procent van de verschuldigde belasting over de bijtelling.

Naast de boete moet ook de verschuldigde belasting over de bijtelling alsnog worden voldaan. Genoeg redenen dus om de ritten­administratie in een handig en geautomatiseerd systeem bij te houden.

De auteur is werkzaam bij BDO 
Belastingadviseurs.

Bron: www.rd.nl

Back To Top