Ga naar hoofdinhoud

BDO: meer zekerheid voor thuiszorginstellingen met zelfstandigen in dienst

Is een hulpverlener in dienst van de thuiszorginstelling of werkzaam als zelfstandige? Dit dispuut lijkt nu te worden opgelost, maar niet helemaal. Thuiszorginstelling en zelfstandige dienstverlener moeten e.e.a. echter wel duidelijk vastleggen wil de Belastingdienst akkoord gaan en de VAR-verklaring van de zelfstandige dienstverlener accepteren. Dit meldt BDO op haar site.

Enige tijd geleden had de Belastingdienst, zo stelt BDO, de zelfstandigen in de thuiszorg op de korrel. De Belastingdienst trok de VAR-winst van zelfstandigen in de thuiszorg in en legde naheffingsaanslagen loonheffingen op aan de thuiszorginstellingen. Om dit soort ontwikkelingen te voorkomen is halverwege 2014 een pilot in de thuiszorg gestart.

Zekerheid voor thuiszorginstelling

11 februari keurde het Ministerie van VWS en het Ministerie van Financiën modelovereenkomsten tussen WTZi-thuiszorginstellingen en zelfstandigen in de zorg goedgekeurd. Wanneer  zorginstellingen en zorgverleners/zzp-ers de goedgekeurde modelovereenkomsten hanteren bij het aangaan van een arbeidsrelatie is de thuiszorginstelling gevrijwaard van inhoudingsplicht voor de loonheffingen.

Raamovereenkomst

De thuiszorginstelling en ZZP-er dienen een raamovereenkomst te ondertekenen, waarin de voorwaarden worden vastgelegd waaronder de werkzaamheden worden verricht. Daarnaast dienen de thuiszorginstelling en de zorgverlener per opdracht (zorgvrager) een overeenkomst van opdracht aan te gaan. Belangrijke elementen in de overeenkomst zijn:

–      de thuiszorginstelling heeft de eindverantwoordelijkheid,

–      de zorgverlener verleent de zorg zelfstandig,

–      de zorgverlener moet voldoen aan de kwaliteitsnormen uit de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz).

De zorgverlener is zelf verantwoordelijk voor vervanging en factureert aan de thuiszorginstelling. Het blijft opmerkelijk, zo stelt BDO, dat de omstandigheden die in het verleden leidden tot de conclusie dat de zorgverlener feitelijk in dienst van de thuiszorginstelling stond, nu blijkbaar minder van belang worden geacht. In de modelovereenkomst moet expliciet worden opgenomen dat de overeenkomst geen zekerheid biedt dat de zorgverlener als fiscaal ondernemer kwalificeert. Voor de zorgverlener lost de overeenkomst volgens BDO dus niet alle onduidelijkheid op.

Bron: Accountancy van Morgen

Back To Top