Ga naar hoofdinhoud

Update: beslissing kabinet over box 3-heffing opgeschoven

Staatssecretaris Van Rij van Financiën meldde nog maar pas dat hij aanstaande vrijdag duidelijkheid hoopt te kunnen geven over hoe het kabinet denkt om te gaan met de recente uitspraak van de Hoge Raad over de box 3-heffing in 2017 en 2018. Van Rij heeft nu echter laten weten dat er binnen het kabinet nog geen overeenstemming is over compensatie van spaarders en een besluit daarover wordt doorgeschoven naar de voorjaarsnota.

Kort voor kerst oordeelde de Hoge Raad dat de in 2017 ingevoerde box 3-heffing in strijd is met het ongestoord genot van eigendom en het discriminatieverbod in het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). Spaarders die bezwaar hebben aangetekend moeten als gevolg daarvan worden gecompenseerd, maar er gaan veel stemmen op om ook spaarders te compenseren die dat niet hebben gedaan.

Het kabinet moet daarover nog een besluit nemen, maar de Tweede Kamer wilde eigenlijk nu al van de staatssecretaris weten hoeveel spaarders hij gaat compenseren en hoe groot de budgettaire gevolgen zijn. Er wacht hem woensdag een pittig debat over de toekomst van de vermogensrendementsheffing. Kamerleden wilden graag voorafgaand daaraan duidelijkheid van Van Rij, maar die kan dat nog niet geven.

Geen overeenstemming, besluit doorgeschoven

Het FD weet ondertussen te melden dat er binnen het kabinet nog geen overeenstemming is over compensatie. D66 vindt dat dat niet ten koste mag gaan van onderwijs, zorg, de klimaatmiljarden, of toekomstige generaties. Dan blijft er ‘in principe’ maar een optie over: het probleem oplossen binnen box 3, door de vermogensrendementsheffing zo aan te passen dat de opbrengst gelijk blijft. De mensen met vermogen betalen dan zelf de rekening.

Inmiddels is duidelijk dat het kabinet het probleem doorschuift richting voorjaarsnota. Hoe meer compensatie er komt, hoe groter ook het gat in de begroting. Er wordt er meer tijd genomen om te bepalen hoe het kabinet dat gat wil dichten. De voorjaarsnota moet uiterlijk eind mei naar de Kamer. ‘Bij snellere besluitvorming zou het risico op fouten te groot worden’, schrijft staatssecretaris Van Rij aan de Tweede Kamer. Bovendien zou er dan te weinig tijd zijn om de Kamer bij de besluitvorming te betrekken, stelt Van Rij.

BRON: Accountancy van Morgen.

Back To Top