Ga naar hoofdinhoud

Maatschappelijk ondernemer krijgt eigen rechtsvorm

Ondernemers en organisaties die aan de slag gaan met maatschappelijke kwesties als energie, klimaat, arbeidsparticipatie, zorg, onderwijs en veiligheid, kunnen daarvoor binnenkort een aparte rechtsvorm voor kiezen: de maatschappelijke BV.

Onderzoek van KPMG heeft aangetoond dat 66% van de ondernemers behoefte heeft aan een aparte rechtsvorm of een ander instrument waaraan sociale ondernemingen te herkennen zijn. Het ministerie van Economische Zaken heeft er vervolgens in samenspraak met het kabinet voor gekozen om zo’n aparte juridische status toe te kennen in de vorm van een maatschappelijke BV ofwel BVm. ‘Deze bedrijven krijgen juridische (h)erkenning én actieve begeleiding vanuit het kabinet bij wet- en regelgeving, kennisdeling en het verkrijgen van financiering’, aldus staatssecretaris Keijzer in een brief aan de Tweede Kamer. De ministerraad heeft ingestemd met het plan; een wetsvoorstel wordt voorbereid.

Zelfregulering viel ook in de smaak

Ondernemers zelf zijn niet heel eensgezind in hun voorkeuren. De BVm kan rekenen op steun van 70% van de zelfverklaarde sociale ondernemers en 80% van de ondernemers die voldoen aan de definitie die door KPMG is ontwikkeld. Een alternatief als bijvoorbeeld zelfregulering kan rekenen op steun van 70% van de ondervraagden. De wetteijke verankering van de Code Sociale Ondernemingen was voor ruim 70% eveneens acceptabel.

Aparte wet met criteria

De maatschappelijke BV zal de komende periode verder worden uitgewerkt. ‘Bedrijven en organisaties die hiervoor mogelijk in aanmerking gaan komen, laten zich kenmerken door een statutair vastgelegde maatschappelijke missie. Er komt een aparte wet waarin criteria worden vastgelegd waaraan de onderneming moet voldoen om zich in te schrijven als maatschappelijke BV. Maatschappelijk ondernemerschap vindt het kabinet belangrijk en daarom is betere erkenning en herkenning voor dit type ondernemerschap noodzaak. Ik neem daarom ook de soortgelijke conclusies van diverse onderzoeksrapporten over als het gaat om betere overheidsdienstverlening aan deze ondernemers en organisaties’, aldus Keijzer.

Ondersteuning vanuit overheid

Het onderzoek van KPMG (samen met Nyenrode) en ander onderzoek van bureau BMC adviseerden de overheid om een gerichte aanpak op te stellen voor sociale ondernemers, inclusief ondersteuning. Ook dat laatste wordt opgepakt: ‘Zo zullen maatschappelijke ondernemers begeleid worden met vragen over wet- en regelgeving en wordt een werkgroep ‘maatschappelijk ondernemerschap’ ingesteld waarbij kennisdeling op het gebied van maatschappelijk ondernemerschap tussen overheden wordt gestimuleerd. Daarnaast vindt het kabinet het belangrijk dat de overheid zelf ook maatschappelijke ondernemingen betrekt in haar inkoop- en aanbestedingsbeleid. Er zal daarom worden onderzocht hoe meer aandacht uit kan gaan naar maatschappelijke ondernemingen en voorbehouden opdrachten met behoud van het gelijke speelveld.’ Keijzer komt voor eind dit jaar met meer informatie.

Definitie sociale onderneming

De definitie die KPMG heeft opgesteld, luidt:

‘Sociale ondernemingen zijn ondernemingen die:

(a) een product of dienst leveren;

(b) in plaats van met een winstdoelstelling dit primair en expliciet doen om bij te dragen aan een maatschappelijk doel welke is vastgelegd in haar statuten;

(c) een deel van de omzet herinvesteren in het bereiken van het maatschappelijke doel en/of beperkt zijn in de verdeling van winst en vermogen, e.e.a. om te garanderen dat het maatschappelijk doel voor gaat;

(d) hun relevante stakeholders identificeren en daarmee minimaal jaarlijks in dialoog gaan;

(e) transparant zijn op hun website (of op andere wijze die publiekelijk toegankelijk is zoals in hun jaarverslag) over de meest materiële gecreëerde maatschappelijke waarde; en

(f) onafhankelijk van de overheid en/of andere entiteiten een eigen strategie kunnen nastreven.’

Bron: Accountancy Vanmorgen

Back To Top