Ga naar hoofdinhoud

Koolmees wil verplichte zelfstandigen-AOV op WIA-leest schoeien

Beperkingen die de Belastingdienst stelt, zijn leidend bij de manier waarop demissionair minister Koolmees de geplande verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen wil uitwerken. De huidige WIA is daarbij uitgangspunt.

Koolmees schrijft aan de Tweede Kamer over ‘uitdagingen inzake de potentiële averechtse selectie-effecten en de uitvoerbaarheid’. De minister had afgelopen zomer al aan het UWV en de Belastingdienst gevraagd of het plan uitvoerbaar was. ‘Hieruit kwam naar voren dat juist de onderdelen van de voorgestane verzekering die inspelen op de heterogeniteit van de groep zelfstandigen en die daarom keuzes aan die zelfstandigen bieden, leiden tot uitvoeringstechnische complexiteit.’ Het Centraal Planbureau wil bovendien nader onderzoek naar een systeem van private en publieke verzekeringen naast elkaar, omdat goede risico’s geleidelijk aan zullen verdwijnen naar de private markt, waardoor de publieke verzekering duurder wordt.

Voorstel Stichting van de Arbeid

Kortom: er zit een spanningsveld tussen solidariteit, keuzevrijheid en uitvoerbaarheid, zo constateert Koolmees. De Stichting van de Arbeid heeft als basisvoorstel dat zzp’ers, dga’s, resultaatgenieters en meewerkende echtgenoten standaard verzekerd zijn. Die mogen ook kiezen voor een private aov, mits die ten minste dezelfde dekking biedt tegen ten minste dezelfde premie en met toegang tot de verzekering en een uitkeringsrecht tot de AOW-gerechtigde leeftijd. Gemoedsbezwaarden en zzp’ers of dga’s met personeel zijn uitgezonderd van de plicht.

Fiscus blokkeert voorstel

Maar dat voorstel zorgt al voor heel veel praktische struikelblokken bij met name de Belastingdienst. Die heeft het plan al het stempel ‘onuitvoerbaar’ meegegeven. De fiscus heeft wel twee alternatieven aangedragen: het eerste is een aov-voorziening voor zzp’ers waar geen premie tegenover staat. Maar die optie schiet Koolmees meteen af: ‘Deze mogelijkheid past niet in het kader dat is meegegeven in het pensioenakkoord en werk ik zodoende niet verder uit.’

De tweede optie noemt hij een ‘kansrijk startpunt’. Dat is een ‘eenvoudige verzekering voor ondernemers’. Iedereen met winst uit onderneming krijgt een verzekering tegen een uniform premiepercentage. Er geldt een een aan de WIA gelijke wachttijd. De minister gaat bij de uitwerking uit van deze variant, al wordt dat geen eenvoudige zaak: ‘Elke variant op een verplichte verzekering tegen het arbeidsongeschiktheidsrisico komt met complexiteit, kent uitvoeringsvraagstukken en kost jaren om van tekentafel naar praktijk om te zetten.’

Kernpunten

Uitgangspunt is de manier waarop de WIA is vormgegeven. Kernpunten van de nu voorliggende zelfstandigen-aov zijn:

  • Na ziekmelding van de verzekerde stelt het UWV de eerste ziektedag vast, verricht de claimbeoordeling, bepaalt daarbij het recht op en de hoogte van de uitkering en verstrekt deze aan de publiek verzekerde zelfstandige.
  • Het recht op uitkering kan ontstaan vanaf het 18e jaar en loopt door tot maximaal de AOW-gerechtigde leeftijd. Uitkering vindt plaats bij minimaal 35% arbeidsongeschiktheid na de wachttijd.
  • De hoogte van de publieke uitkering is in principe gebaseerd op het inkomen dat de betrokkene als zelfstandige verdiende in het kalenderjaar voorafgaand aan zijn eerste ziektedag (het refertejaar).
  • De uitkering is gemaximeerd op 100% van het wettelijk minimumloon (WML).
  • Voor de vaststelling van het antwoord op de vraag welke (inkomens)bestanddelen tot het inkomen worden gerekend, wordt uitgegaan van dezelfde uitkeringsgrondslag als in de WAZ, de definities in het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten en de fiscale begrippen.
  • Mocht dat gunstiger zijn, dan is niet het inkomen in het refertejaar, maar het gemiddelde inkomen van de vijf jaar voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid bepalend voor de hoogte van de uitkeringsgrondslag.
  • Starters mogen uitgaan van het inkomen tot aan het intreden van de arbeidsongeschiktheid.

Er moet nog nader onderzoek worden gedaan naar de effecten van een hybride stelsel en naar het betaalbaar houden van de verzekering. Onder meer onderzoeksinstituut SEO komt nog met een rapport, dat wordt eind tweede kwartaal verwacht.

BRON: Accountancy van Morgen.

Back To Top