Ga naar hoofdinhoud

Kamer wil zo snel mogelijk spaartaks op basis van werkelijk rendement, stelt grenzen aan dekking

De Tweede Kamer wil dat het kabinet de belasting op vermogen op basis van werkelijk rendement ‘zo snel als mogelijk’ invoert. De nieuwe heffing mag wat de Kamer betreft niet worden gedekt door de lasten op arbeid of consumptie te verhogen. Dat bleek dinsdag tijdens de stemming over een aantal moties over de gevolgen van het kerstarrest van de Hoge Raad, waarin is bepaald dat de in 2017 ingevoerde vermogensmix niet door de beugel kan. Staatssecretaris Van Rij heeft eerder al laten weten dat de nieuwe box 3-heffing wat hem betreft wordt gedekt binnen de vermogensbelasting zelf.

Het kabinet is van plan om per 2025 een stelsel op te tuigen waarmee inkomsten uit sparen en beleggen worden belast met het daadwerkelijk behaalde rendement. De Tweede Kamer is erg sceptisch over de haalbaarheid van dat streven, mede vanwege de vele problemen waar de Belastingdienst mee te kampen heeft.

Moties

De volksvertegenwoordigers namen dinsdag een aantal moties aan. Zo moet het kabinet van de Kamer voor 1 april met voorstellen komen voor hoe de belastingheffing op vermogen weer kan worden hervat. Die is tijdelijk opgeschort in verband met het arrest van de Hoge Raad. Ook mag de nieuwe box 3-heffing wat de Kamer betreft niet worden gedekt door de lasten op arbeid of consumptie te verhogen. Daarnaast wordt het kabinet verzocht om bij de compensatieregeling te onderzoeken hoe kleine spaarders als eersten in aanmerking kunnen komen.

Een aangenomen motie van SGP’er Stoffer verzoekt de regering de belasting op vermogen op basis van werkelijk rendement zo snel als mogelijk in te voeren. Daarnaast wordt het kabinet verzocht tevens de Kamer frequent, maar minimaal een keer per kwartaal, op de hoogte te houden van de voortgang in dit dossier.

BRON: Accountancy van Morgen.

Back To Top