Ga naar hoofdinhoud

Eigenaar bedrijf mag zakelijke auto voor zacht prijsje overnemen

Een dga van een onderneming mag zijn auto van de zaak voor een fractie van de taxatiewaarde overnemen om daarmee de btw te drukken, zo oordeelt de rechtbank in Breda. Bepalend voor de btw-heffing is namelijk het factuurbedrag en niet de taxatiewaarde.

Een bedrijf koopt eind 2015 een prijzige Volvo: de rekening bedraagt 92.545 euro inclusief btw. Die btw wordt volledig als voorbelasting teruggevraagd. De auto wordt zowel privé als zakelijk gebruikt door de dga. Vijf jaar later neemt de man de auto over van de zaak voor de som van 2.624 euro, inclusief btw en rest-bpm van 124 euro.

Een dealer heeft de Volvo getaxeerd op 25.016 euro. Voor het verschil tussen de verkoopprijs en de taxatiewaarde hebben bedrijf en dga voor de vennootschapsbelasting, dividendbelasting en inkomstenbelasting bij de verkoop een verkapt dividend in aanmerking genomen. Hierover is dividendbelasting afgedragen en is ook inkomstenbelasting betaald.

Levering onder bezwarende titel

Bij de aangifte omzetbelasting ontstaat met de fiscus discussie over welk bedrag nu moet worden aangehouden: de taxatiewaarde of het factuurbedrag. De rechter moet er een oordeel over vellen en die komt tot de conclusie dat er sprake is van een levering onder bezwarende titel, omdat er een rechtstreeks verband bestaat tussen de vergoeding en de prestatie, zijnde de levering van de Volvo. ‘Daarbij is niet relevant of die levering wordt verricht tegen een hogere of lagere marktprijs dan de normale marktprijs. Met andere woorden, het oogmerk van de leverancier en de koper is niet relevant.’ Ook de lagere prijs vanwege de aandeelhoudersrelatie is niet van belang. ‘Datzelfde geldt voor het gegeven dat is uitgegaan van een lagere prijs dan de normale marktprijs ter besparing van omzetbelasting.’

Geen misbruik van recht

Er is ook geen sprake van misbruik van recht: ‘Een belastingplichtige heeft het recht om zijn activiteit zodanig te structureren dat de omvang van zijn belastingschuld wordt beperkt. Naar het oordeel van de rechtbank is in het onderhavige geval geen sprake van misbruik van recht. Het betreft hier geen samenstel van transacties met een kunstmatig karakter, maar een koop- en verkoopovereenkomst tussen belanghebbende en haar directeur waarbij de Volvo rechtstreeks wordt overgedragen tegen de overeengekomen vergoeding.’

Dividend is geen tegenprestatie

Tot slot overweegt de rechter dat dividend niet als tegenprestatie voor de omzetbelasting gezien kan worden omdat een rechtstreeks verband tussen de prestatie en het dividend ontbreekt. ‘Het bedrag van het dividend hangt gedeeltelijk af van het toeval en het recht op dividend hangt enkel af van het houden van aandelen. Daarom bestaat tussen het dividend en een prestatie, zelfs indien deze wordt verricht door een aandeelhouder die dit dividend ontvangt, niet het rechtstreeks verband dat noodzakelijk is om het dividend als de tegenprestatie van die prestatie te kunnen aanmerken.’

Rechtbank Breda, 20-12-2022

Bron: Accountants Vanmorgen

Back To Top