Ga naar hoofdinhoud

Klijnsma schetst hoofdlijnen toekomstbestendig pensioenstelsel

Alle werkenden moeten een toereikend pensioen kunnen opbouwen, mensen moeten beter zicht krijgen op hun eigen persoonlijke pensioenopbouw en de huidige doorsneesystematiek wordt afgebouwd. Dat zijn de drie belangrijke pijlers van de Hoofdlijnennota die staatssecretaris Klijnsma van SZW namens het kabinet vandaag presenteert over de toekomst van ons pensioenstelsel.

De hoofdlijnen in deze nota vloeien voort uit de ideeën en voorstellen van burgers, sociale partners, de pensioensector, deskundigen, denktanks en toezichthouders in het kader van De Nationale Pensioendialoog. Uit de dialoog kwam naar voren dat het fundament van het pensioenstelsel goed is, maar dat dit moet worden aangepast aan de veranderende manier waarop mensen werken en leven.

Toereikend pensioen voor alle werkenden

Het kabinet vindt het belangrijk dat alle werkenden een toereikend pensioen opbouwen, afgestemd op de individuele situatie. Er zijn nu mensen die weinig of geen pensioen opbouwen zoals bijvoorbeeld flexwerkers, werknemers zonder pensioenregeling en veel zelfstandigen. Maar er zijn ook mensen die verplicht veel sparen. Dat vraagt om een gedifferentieerde aanpak. Het kabinet wil daarom samen met alle belanghebbenden partijen de mogelijkheden daartoe verkennen.

Transparanter pensioen, met ruimte voor collectiviteit en maatwerk

Het kabinet ondersteunt de uitwerking van een persoonlijk pensioenvermogen met collectieve risicodeling. Het moet eenvoudig, uitlegbaar en door de deelnemer controleerbaar zijn. Het kabinet is voorstander van een combinatie met meer  maatwerk en keuzemogelijkheden zodat een pensioen beter aansluit op de voorkeuren van deelnemers. Belangrijke sterke punten van bestaande pensioenregelingen, zoals risicodeling en solidariteit, mogen niet verloren gaan.

Afschaffing doorsneesystematiek

De doorsneesystematiek zorgt voor een herverdeling van jonge deelnemers naar oudere deelnemers. Hierdoor hebben mensen weinig zicht op hun individuele pensioenrechten. Het kabinet kiest voor de afschaffing van de doorsneesystematiek, omdat deze systematiek met de hedendaagse arbeidsmarkt wringt en omdat het een transparante verdeling van risico’s tussen deelnemers in de weg staat. Uitgangspunt is wel dat de transitie geleidelijk, transparant en evenwichtig wordt verspreid over alle generaties.

Het kabinet streeft ernaar deze in 2020 af te schaffen en gefaseerd een overstap te maken  naar een nieuwe systematiek van pensioenopbouw. Dat zal  gebeuren in nauw overleg met het veld. De voorlopige voorkeur gaat uit naar een systeem waarin de premie niet afhankelijk is van de leeftijd, maar de opbouw wel (degressieve opbouw).

Klijnsma: ‘Na de dialoog met de samenleving en deskundigen wil ik nu op basis van deze hoofdlijnennota met de Tweede Kamer van gedachten wisselen.’ In het najaar volgt een werkprogramma van het kabinet waarin de stappen voor de verdere uitwerking van bovenstaande hoofdlijnen worden uiteengezet.

Bron: AccountantWeek

Back To Top